Vlaanderen krijgt eigen voedselstrategie
Mango’s uit Spanje of avocado’s uit Mexico: het is oké om er af en toe van te genieten, maar we mogen niet afhankelijk worden van buitenlands voedsel. Dat is het uitgangspunt van de nieuwe Vlaamse voedselstrategie ‘Go4Food’, waarin dankzij Gezond Leven ook aandacht is voor het belang van voedselgeletterdheid, de voedselomgeving en voedselongelijkheid.
Met deze algemene voedselstrategie – een visietekst over hoe we in de toekomst voedsel moeten produceren en consumeren – treedt Vlaanderen in de voetsporen van Europa (Farm2Fork) en van een aantal steden en gemeenten (lokale voedselstrategie in Gent, Leuven, Oostende, …). Centraal in het discours staat het concept ‘strategische autonomie’: hoe kunnen we garanderen dat de Vlaming toegang heeft tot betaalbaar, kwaliteitsvol en duurzaam voedsel van bij ons, met respect en voldoende verloning voor de landbouwers, en in evenwicht met onze omgeving? De strategie vormt de basis om in Vlaanderen aan een voedselsysteem te werken dat zowel de draagkracht van de planeet respecteert, als sociaal rechtvaardig is.
Aandacht voor de consument
“Een alomvattende strategie gaat over meer dan de productie en het economische belang van voeding”, zegt Loes Neven, innovatiemanager bij het Vlaams Instituut Gezond Leven, die betrokken was bij de uitwerking van de tekst. “Mede dankzij onze inbreng is er ook aandacht voor de consument. Hoe kunnen we stappen zetten naar een gezonder voedingspatroon dat beter is voor het milieu, maar toch betaalbaar blijft? De strategie zet hier op verschillende manieren op in. We hebben voedselgeletterdheid in de tekst laten opnemen. Mensen moeten weten vanwaar hun voeding komt, maar het gaat breder dan dat. Ze moeten ook de etiketten op verpakkingen kunnen lezen, gezonde maaltijden kunnen klaarmaken, recepten kunnen vinden, … “
“Voor de consument is het belangrijk dat zijn voeding gezond en milieuverantwoord is, maar vooral ook betaalbaar”
Loes Neven
“Daarnaast is ook de voedselomgeving van het grootste belang: we willen zoveel mogelijk een omgeving creëren die gezonde keuzes gemakkelijk maakt. Als je in de klas les geeft over de voedingsdriehoek, maar de leerlingen krijgen in de refter frisdrank en frieten, dan past de omgeving niet bij wat je de kinderen probeert te leren. Dat geldt ook voor de publieke ruimtes: denk maar aan de fastfoodketens in de buurt van scholen.”
“Als derde punt is er nog het tegengaan van voedselongelijkheid, waarmee we extra aandacht vragen voor mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Gezond eten is niet voor iedereen even gemakkelijk. En dat gaat dan niet alleen over het financiële, maar ook over het ter beschikking hebben van een uitgeruste keuken, keukenmateriaal en over tijd maken om gezond te koken, want mensen in armoede hebben vaak andere dingen aan hun hoofd.”
11 food deals
Om de strategische tekst in de praktijk om te zetten, werden er 11 ‘food deals’ geformuleerd. Gezond Leven zal ook bijdragen aan de uitvoering daarvan. “Er zijn verschillende deals die gaan over wat wij belangrijk vinden”, zegt Loes. “Zo willen we duurzame en gezonde voeding in verschillende settings binnenbrengen. Concreet betekent dat dat we gaan samenzitten met aanbieders van maaltijden in scholen, kinderdagverblijven, in de keukens van de Vlaamse overheid, … om te kijken hoe we de huidige richtlijnen rond gezonde en duurzame maaltijden, gebaseerd op de voedingsdriehoek, nog sneller kunnen implementeren. Want het is op veel plekken nog geen gewoonte om meerdere dagen per week een vegetarische lunch aan te bieden of om volwaardige groenteporties te serveren. Er komt ook een food deal rond de voedselomgeving, waarbij we gaan kijken hoe we de openbare ruimte kunnen inrichten om van de gezonde keuze de gemakkelijkste keuze te maken. Dat kan bijvoorbeeld door minder fastfood aan te bieden rond scholen of door meer drinkbaar water ter beschikking te stellen in de openbare ruimte. De strategie ligt er, maar het echte werk begint nu pas. Gezond Leven is echter tevreden met de Vlaamse voedselstrategie als goed voorbeeld van ‘health in all policies’, waarbij gezondheid in élk beleidsdomein een aandachtspunt is.”